vrijdag 5 juni 2015

Boek 6

Opdracht 1
1. a. Ilja Leonard Pfeijffer, La Superba.
b. Amsterdam, 2014, eerste druk 2013.
c. 360

2. psychologische roman.

3. Deze roman is een monument voor een stad zoals er maar één is: Genua, La Superba (de hoogmoedige). En meer nog dan een roman over een schokkend echte en labyrintische stad, is het een liefdesverhaal dat tragisch eindigt. En meer nog dan een stadsroman en een liefdesroman, onderzoekt, vertelt en ontrafelt La Superba de fantasie van een beter leven elders en laat zien hoe mensen – van gerenommeerde schrijvers en verlopen heren van stand tot arme Senegalese sloebers en flanerende hoeren – op verschillende manieren verdwalen in die fantasie. En meer nog dan over de stad, de liefde en het lot van de zoekende mens gaat deze grandioze meerstemmige roman over het schrijven van een grandioze meerstemmige roman.


Opdracht 2; informatiemap
Wanneer een boek geschreven wordt, is het de schrijver die al zijn hersenspinsels op papier zet. Laten we daarom eens kijken naar de schrijver achter La Superba; Ilja Leonard Pfeijffer.  
Pfeijffer werd in 1968 in Rijswijk geboren. De schrijver woont en werkt in Genua. Vanaf 2004 stopte Pfeijffer met zijn werkzaamheden als classicus aan de Universiteit van Leiden. Hiervoor schreef hij al, maar na deze tijd werd veel proza van hem uitgegeven.
Met zijn boek La Superba won de schrijver de Libris Literatuurprijs en de Inktaap (jongerenprijs voor literaire werken). Nadat het boek met prijzen werd beloond, verschenen er velen recensies. Enige citaten uit deze recensies klinken als volgt:

Thematisch gezien maakt dit slotakkoord La Superbarond. Het oogt zo eenvoudig, alsof de schrijver achteloos met zijn eigen leven heeft zitten meeschrijven, maar het is allemaal bedacht, constructie, illusie.


Het knappe en het onderhoudende overheersen – de ernst blijft een ondertoon. De pijnlijke uitglijders van Ilja zelf ondermijnen zijn zelfverzekerheid, maar blijven wat in slapstick hangen. Tot het slot. Dan wordt Ilja in zijn hart geraakt, wordt Genua op zijn donkerst afgeschilderd, dan is iedereen weg of dood of nog erger. De spoken van het verleden duiken op en alle vrolijkheid eindigt in het donkerste hoekje van het labyrint. In mineur. Dat brengt La Superbaeen niveau hoger (beste redacteur, maak er toch maar vier sterren van), en ons tot een droevige conclusie: de fantasie kan veel redden, maar het doet weinig af aan ons lot.”


“Ilja Pfeijffer maakte het obligate van een schrijver die in een nabij stukje Europa gaat wonen om daarover te verhalen, tot onderdeel van zijn roman over Genua.
Na zijn succes met La Superba werd de schrijver een veelgevraagd auteur in de kolommen van dagbladen en tijdschriften. Het volgende interview is mogelijk gemaakt door Tom Kellerhuis van HP/De Tijd:

Hoe kom je aan dat fenomenale schrijftalent?
“Als het talent is, kan ik die vraag niet beantwoorden. Ik kan alleen maar zeggen wat ik er zelf aan heb gedaan. Ik heb een grote intrinsieke belangstelling. Ik word niet moe van keihard werken.”
Wie is volgens Ilja Pfeijffer de grootste nationale schrijver?
“Je bedoelt aller tijden? Nog leven? Prozaschrijver of dichter? Van het Nederlandse taalgebied of ook van België? De grootste dichters van de Nederlandse taal zijn Vondel en Lucebert. Om de rijkdom van hun vocabulaire en beeldentaal. En van de naoorlogse literatuur, helemaal niet zo origineel, vind ik Gerard Reve de grootste prozaschrijver. Uniek, vernieuwend en niet na te doen. Vooral Op weg naar het einde en Nader tot u. Dat bestaat toch niet in het buitenland? Het is op een bepaalde manier onvertalbaar. Het slaat daar ook helemaal niet aan.”
Ik had verwacht dat je jezelf zou noemen.
“Ik heb er geen bezwaar tegen als anderen dat doen, maar ik doe dat niet zelf. Uit een soort van valse bescheidenheid. Hoewel een gebrek aan zelfvertrouwen een karakterfout is die ik niet bezit. Maar ik laat het liever zien dan dat ik erover aan een cafétafel zit te praten.”
De meeste grote Nederlandse schrijvers doen dat wel. Neem de Grote Drie.
“Die zogenaamde Grote Drie vind ik een merkwaardig verschijnsel. In welke literatuur heb je dat? Noem mij eens de Grote Drie van Engeland, van Duitsland, van Zweden? Die heb je daar toch ook niet? Eigenlijk was het een sublieme marketingtruc. Allemaal spektakel voor de bühne, maar voor de buitenwereld hebben ze altijd met z’n drieën een front opgetrokken. Wolkers mocht er niet bij horen, Komrij ook niet. Slim bedacht. Want we hebben het nu nog steeds over de Grote Drie.”
Ben je niet jaloers op het succes van iemand als Arnon Grunberg?
“Grunberg is een soort van bedrijf. Hij is een multinational geworden. Maar nee. Ik kan misschien jaloers zijn op zijn zakelijke manier van aanpak, maar ik vind hem artistiek niet zo interessant.”
Je vermoedt dat het schrijven een truc is?
“Ik wéét dat het een truc is. Hij schrijft steeds hetzelfde boek. Hij kan een verhaal vertellen, daar is hij niet slecht in, hoor.
Maar die stijl, die zinnen, dat is een toontje.”
Ongemakkelijke uitspraken over collega’s schuw je niet, al lig je polemisch alweer een tijdje stil.
“Ja, ik moet even een nieuw slachtoffer hebben. Het komt wel weer, maar er is op dit moment niemand die mij heeft gekwetst.”
Moet het per se iemand zijn die je heeft gekwetst?
“Nee, je hebt gelijk, dat hoeft helemaal niet. Ik pak gewoon iemand die totaal onwetend door Amsterdam kuiert en door mij plotseling getroffen wordt door een precisiebombardement. Al zou ik nu niet weten wie. Mijn eeuwige slachtoffer is Arie Storm (literatuurcriticus van Het Parool – TK), maar hij is wel een heel makkelijk slachtoffer. Hahaha.”
Dit is natuurlijk niet het enige werd van de schrijver. Pfeijffer heeft poëzie geschreven en toneel, maar slechts zijn proza noem ik hieronder;

Ø  Rupert: een bekentenis (roman) (2004) bekroond met de Seghers Literatuurprijs
Ø  Het geheim van het vermoorde geneuzel: een poëtica (essays) (2003)
Ø  Het grote baggerboek (roman) (2004), genomineerd voor de Gouden Doerian), bekroond met de Tzumprijs voor de beste literaire zin 2005
Ø  Het ware leven. Een roman (roman) (2006)
Ø  Second Life. Verhalen en reportages uit een tweede leven (essays) (2007)
Ø  De filosofie van de heuvel. Op de fiets naar Rome (reisverslag, met Gelya Bogatishcheva) (2009)
Ø  Het ministerie van Specifieke Zaken (bundeling politieke columns uit NRC Next) (2011)
Ø  Hoe word ik een beroemd schrijver? (2012)

Bronnen;