vrijdag 10 oktober 2014

Verwerkingsopdracht bij literaire werk over W.O.I – opdracht 1: Hoe het zover gekomen is

Meester Mitraillette, Jan Vantoortelboom

Korte samenvatting van het boek:
Meester Mitraillette gaat over David Verbocht (22) en speelt zich af tijdens de Eerste Wereldoorlog en de aanloop hier naartoe. David is meester op een katholieke school in Elverdinge. Dit doet hij met plezier , maar alles verandert wanneer hij door het noodlot getroffen wordt en in de loopgraven terecht komt. Als hij de regels overtreedt om zijn geliefde te bezoeken, staat hem de doodstraf te wachten.

Het boek beschrijft drie tijden: het nu, waarin David wacht totdat zijn medesoldaten hem zullen doodschieten. Zijn kindertijd, waarin we veel over Davids kinderjaren te weten komen en met name belangrijke zaken over zijn gezin. Waaronder ook de dood van zijn broertje ‘Rattekop’ en de jaren waarin hij schoolmeester is. Hierbij speelt de band die hij met een van zijn leerlingen heeft een grote rol.

Opdracht 1: Hoe het zover gekomen is.
In het boek worden vooral de jaren voor de oorlog beschreven. Op de laatste paar bladzijden bevindt de hoofdpersoon zich pas echt in de oorlog. Dit is dus heel kort en daarom is het ook moeilijk te zeggen hoe de Duitsers beschreven worden. Wel komt er één korte zin in het boek voor die ons iets over de Duitsers vertelt. In dit stuk bevindt David zich in de loopgraven en hier leert hij de broers Vermeulen kennen: Een van de broers, Jef, was verliefd op een zekere Lora. Hij wilde haar vragen om met hem te trouwen als hij terug kwam van de oorlog. Maar ze woonde in bij de notaris en allerlei geruchten deden de ronde over haar. Hij hoopte dat ze niet waar zouden zijn. Hij zei dat de notaris met de Duisters heulde en dat hij hem nog wel eens een lesje zou leren.
Om deze onderstreepte zin gaat het. We zien door gebruik van het werkwoord ‘heulde’ , wat  samenwerken met de vijand betekent, dat de Duitsers negatief worden bekeken. Ze worden gezien als de grote vijand.

Over de aanloop naar  de oorlog toe horen we iets meer. David zit tijdens het uitbreken van de oorlog  in de gevangenis van Ieper. De eerste zinnen over de oorlog krijgen we te horen van gendarme Firmin: ‘Het spookt in Europa,’ zei hij op een morgen toen hij mijn kamer binnenwandelde. Het was juli en de zomervakantie was begonnen. ‘Het is allemaal begonnen met die Oostenrijker die ze daar hebben afgeknald in Sarajevo. Het Belgische leger roept zelfs de jongste klassen binnen. Ik hoorde ze gisteravond laat nog met veel kabaal de tram pakken. Ik ben blij da’k alleen maar dochters heb. Het zullen slechte tijden worden voor jonge mannen,’ zei hij.
De mensen in Davids omgeving zijn vooral bang, bang voor wat komen gaat. David zelf kijkt juist heel anders tegen de oorlog aan: Hoe raar het ook klonk en al kon ik mij met moeite inbeelden wat mij te wachten stond, het vooruitzicht dat ik moest deelnemen aan een oorlog bracht mij rust. Dood is dood. Ik had het gevoel dat ik aan het tweede bedrijf van mijn leven begon. Een tweede kans kreeg.

De aanleiding van de oorlog volgens het boek was dus de moord op Frans-Ferdinand in Sarajevo.
Maar was dit ook echt zo? Gebeurde er dan niet nog veel meer in Europa?

Aanstichters

De moordaanslag in Sarajevo op de troonopvolger van Oostenrijk-Hongarije was inderdaad de voornaamste oorzaak voor het losbarsten van de Eerste Wereldoorlog. Oostenrijk-Hongarije wilde daarna maar weinig met Servië te maken hebben. Maar de kans was groot dat Servië door Rusland hulp zou krijgen. Oostenrijk-Hongarije zocht daarom hulp bij Duitsland en kreeg die. Hierop volgde een ultimatum en verschillende mobilisaties die uiteindelijk leidden tot het begin van de oorlog.

Duitsland had dus wel degelijk de grootste rol in dit begin, maar ook andere gebeurtenissen hebben eraan bijgedragen dat de Eerste Wereldoorlog tot stand kwam. Hierbij speelde begrippen als nationalisme in het Slavische rijk, imperialisme met het conflict in Marokko en militarisme ook een rol. Een gevolg van deze stromingen was de bewapeningswedloop die mensen bang maakte voor elkaar. Tijdens de bewapeningswedloop gingen regeringen steeds meer geld uitgeven voor de versterking van hun leger. Daarbij zorgden bondgenootschappen als de ‘Triple Alliantie’ tussen Duitsland , Italië en Oostenrijk-Hongarije en de ‘Triple Entente’ tussen Rusland, Frankrijk en Engeland, voor veel conflicten. En dan niet te vergeten dat vele leiders dachten met deze bondgenootschappen de rust in Europa te kunnen doen wederkeren. Het tegenovergestelde gebeurde: wapens waren beter, sterker en nieuwer en zorgden daarom voor veel meer slachtoffers.

Kortom, Duitsland speelde een hele grote rol wat betreft de aanstichting van de oorlog. We moeten alleen niet vergeten dat daar nog veel meer dingen aan vooraf gingen. Het was niet alleen de fout van Duitsland, het was de fout van heel Europa.

28 juni 1919
Het verlies van de oorlog kwam de Duitsers duur te staan. Het land werd in ‘ de Vrede van Versailles’ (28 juni 1919) hard aangepakt. Het kreeg de schuld van de oorlog, tot ongenoegen van de meeste Duitsers en hun nieuwe democratische regering. Het verdrag werd door de Duitsers als zeer onrechtvaardig ervaren. Naast een verlies aan grondgebied en mensen was dit verdrag ook een zware aderlating voor de Duitse industrie: een flink deel van de steenkolen- en staalproductie ging verloren. Verder werd het Duitse leger beperkt tot honderdduizend man.
De Duitsers hadden gehoopt dat de geallieerden hen meer zouden vergeven. Ook dacht men dat de Verenigde Staten aangepakt zou worden. Het verdrag bracht daarom een tweede grote schok teweeg onder de Duitse bevolking: met het verdrag, waren zij het absoluut niet eens.



2 opmerkingen:

  1. Sorry voor de witte vlakken, dit heeft geen betekenis!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Je hebt de opdracht goed, volledig en gedetailleerd gemaakt. Je hebt veel informatie gegeven over het boek en de Eerste Wereldoorlog zelf. Wat wel handig zou zijn geweest, is de opdrachten zelf er ook bij te zetten. Dat maakt het lezen wat makkelijker, omdat het doel dan wat duidelijker wordt. In de inleiding staat dat het verhaal geschreven is in drie tijden, maar je noemt er maar twee. Ook zijn er twee zinnen die eigenlijk één zin horen te zijn. In de allerlaatste zin staat ook een komma die er niet thuishoort. Voor de rest heb ik geen fouten kunnen ontdekken. Goed gedaan!

    BeantwoordenVerwijderen